Hoofdstuk 6: De gehele aarde

Hoofdstuk 6
De gehele aarde

 

Het Koninkrijk van God is niet beperkt tot het land Kanaän / Palestina. Dat was een koninkrijk van het Oude Verbond dat bedoeld was om te mislukken, en tegelijkertijd een patroon aangaf voor het Koninkrijk van God dat de gehele aarde zou vervullen.

Toen Israël haar eerste mogelijkheid had om het land Kanaän binnen te treden, had het onvoldoende geloof om dit te doen. De twaalf verspieders kwamen terug en tien van hen gaven een “verkeerd verslag” en het volk geloofde dit verslag. God suggereerde toen aan Mozes dat Hij opnieuw zou beginnen en de beloften via Mozes in vervulling zou laten gaan. Mozes protesteerde echter en zij dat de volkeren dan zouden denken dat God niet bij machte was om Zijn beloften te vervullen.

Op de suggestie van Mozes dat God misschien niet de mogelijkheid had om Zijn beloften te vervullen, antwoorden God in Num 14:21

20 En de HEERE zeide: Ik heb hun vergeven naar uw woord. 21 Doch zekerlijk, zo waarachtig als Ik leef, zo zal de ganse aarde met de heerlijkheid des HEEREN vervuld worden!

Hier openbaarde God zijn grote plan voor de aarde. Kanaän was slechts een klein gedeelte van Zijn plan. Het was een type en schaduw van een groter plan om de hele aarde te vervullen met de glorie van God.

De woorden “zo waarachtig als ik leef”, maakt het een EED van God. Omdat Hij bij niets groters kon zweren, zwoor Hij met Zijn leven. Deze belofte wordt op verschillende wijzen herhaald in de bijbel. Psalm 72:19 is de eerste plaats waar deze woorden worden geciteerd:

19 En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja, amen.

De tweede keer is in Jesaja 6:3, waar de cherubim spraken:

3 En de een riep tot den ander, en zeide: Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol!

De derde keer is ook bij monde van de profeet Jesaja (11:9)

9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.

De laatste aanhaling is in Hab 2:14, waar staat

14 Want de aarde zal vervuld worden, dat zij de heerlijkheid des HEEREN bekennen, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.

We weten dat water voor 100% de zee bedekt. De kennis van de heerlijkheid des Heeren zal dus de gehele aarde bedekken – 100% van de aarde. Er zal geen deel van de aarde zijn, waar de heerlijkheid des Heeren niet bekend is of getoond zal worden.

In Daniel 2 had koning Nebukadnezar een droom waarin hij een groot beeld zag met een gouden hoofd, armen van zilver, een bronzen buik en benen van ijzer. Hij zag vervolgens een Steen die het beeld raakte en tot puin vermorzelde. Toen zag hij dat de steen groeide tot deze de gehele aarde vervulde (Dan 2:35). Daniel legde vervolgens de droom uit aan de koning in Dan 2:44

44 Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.

Dit is de betekenis van de Steen die groeide tot deze de gehele aarde vervulde. Het is een verwijzing naar het Koninkrijk van God. Er komt een dag waarop Gods Koninkrijk de Babylonische koninkrijken (Babylon, Perzie, Griekenland en Rome) zal vervangen. Het is het vijfde en laatste koninkrijk in de profetische geschiedenis van deze aarde.

Gods Koninkrijk zal alle vormen van onderdrukking van menselijke regeringen teniet doen en allen vrijzetten om die glorierijke vrijheid van God te ervaren. Ik geloof dat we nu in een tijd leven waarin de Steen de koninkrijken raakt aan haar voeten. We weten niet hoelang dit duurt, maar het eerstebelangrijke teken zal zijn wanneer de zonen van God zich zullen openbaren. Zij zijn geroepen om met Christus te regeren in de toekomende eeuw.

Het zevende hoofstuk van Daniel verhaalt in meer detail. Daniel had een vergelijkbare droom als Nebukadnezar. Hij zag vier beesten: een leeuw (Babylon), een beer (Perzie) een luipaard (Griekenland) en een vierde beest met ijzeren tanden dat Rome vertegenwoordigde.

Hij zag ook een kleine hoorn uit het Romeinse beest komen. Die hoorn vertegenwoordigde het Pauselijke Rome, een verlengstuk van het Romeinse rijk. De kleine hoorn vervolgde de heiligen en overwon hen (had autoriteit over hen) tot het einde kwam, wanneer de heiligen de regering in handen mochten nemen. We lezen verder in Dan 7:13

13 Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven naderen.

Dit beeld komt overeen met de droom van Nebukadnezar. Dit is het koninkrijk van God. Jezus Christus zelf is de Koning, maar ons wordt ook verteld dat de heiligen “bezit nemen van het koninkrijk”

Dit wordt bevestigd in Opb 20:6 waar we lezen dat diegenen die deel hebben aan de eerste opstanding met Hem zullen regeren voor 1000 jaren. De zonen van God, zijn dus geroepen om te regeren onder Jezus Christus. Dan 7:27 concludeert:

27 Maar het rijk, en de heerschappij, en de grootheid der koninkrijken onder den gansen hemel, zal gegeven worden den volke der heiligen der hoge plaatsen, welks Rijk een eeuwig Rijk zijn zal; en alle heerschappijen zullen Hem eren en gehoorzamen.

Dit is de profetie over Gods koninkrijk in de bijbel. Het spreekt van een tijd waarin de aarde Jezus Christus zal kennen als hun Koning en de aarde geregeerd zal worden met liefde en zonder aanzien des persoons door de overwinnaars, de zonen van God.

Psalm 67 memoreert deze tijd:

1 Een psalm, een lied, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. 2 God zij ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. Sela. 3 Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil. 4 De volken zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven. 5 De natiën zullen zich verblijden en juichen, omdat Gij de volken zult richten in rechtmatigheid; en de natiën op de aarde die zult Gij leiden. Sela. 6 De volken zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven. 7 De aarde geeft haar gewas; God, onze God, zal ons zegenen. 8 God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen.

De profeet Haggai spreekt over Jezus als “het verlangen van alle natien”. Gods koninkrijk is geen tijd van onderdrukking, maar een tijd waarin alle naties en volkeren in de vrijheid gezet zullen worden van de onderdrukking van onvolmaakte menselijke overheersing.

De eerste gebeurtenis die deze machtsoverna me zal aankondigen, zal de openbaring van de zonen van God zijn. Paulus zegt in Rom 8:19-21

19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der kinderen Gods. 20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft; 21 Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods.

De hele aarde verlangt naar deze gebeurtenis, omdat dit bewijst dat de wet van het Jubeljaar de hele schepping zal vrijmaken van de slavernij der zonde. De aarde zal dus aan het doel van haar schepping voldoen.

13 En alle schepsel , dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid , en de kracht in alle eeuwigheid. 14 En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid.