Hoofdstuk 4
(Echt)scheiding en Verstrooiing
De profeten behandelen Gods verbond met Juda en Israël als een huwelijksverbond. Het betrof wel een huwelijk van het Oude Verbond en niet die van het Nieuwe Verbond. Het Oude ‘Verbondshuwelijk' is er één waar de vrouw een slavin is, geroepen tot gehoorzaamheid zoals het een goede dienaar betaamt. Dit was de aard van het huwelijksverbond dat gemaakt werd bij de berg Sinai waar Israël gehoorzaamheid zwoor aan God (oftewel aan Jezus voor zijn menselijke verschijning). En God beloofde haar te zullen zegenen als ze gehoorzaam zou blijven (Ex. 19:5 en 6).
Israël was ongehoorzaam en ongelovig gedurende vele eeuwen en uiteindelijk gaf God aan Israël de echtscheidingsbrief zoals de wet dit ook eist. Dit staat opgetekend in Jer. 3:8,
8 dat ik ontrouw Israël verstoten had en haar een scheidingsbrief gegeven had, juist omdat ze overspel had gepleegd. Maar toch liet afvallig Juda zich daardoor niet afschrikken, ze pleegde zelf ook overspel.
Als God niet gehuwd zou zijn met Israël zou het ook niet nodig geweest zijn om zo'n scheidbrief te schrijven. Maar God volgde zijn eigen wettige procedures die hij had gegeven in Deut. 24:1 – 4 (SV),
1 Wanneer een man een vrouw zal genomen en die getrouwd hebben, zo zal het geschieden, indien zij geen genade zal vinden in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft , dat hij haar een scheidbrief zal schrijven , en in haar hand geven , en ze laten gaan uit zijn huis.
De wet is profetisch omdat deze laat zien hoe God omgaat met volkeren. In dit geval profeteerde de wet over de manier waarop God omgaat met Zijn huwelijk met het huis van Israël. De wet stond Hem niet toe dat Hij Israël zou wegvoeren in de ballingschap (uit Zijn huis) voordat Hij haar een echtscheidingsbrief zou geven. De echtscheiding is het onderdeel dat het wettig maakte om Zijn ‘vrouw' weg te zenden uit Zijn ‘huis' om vervolgens te verstrooien.
Jeremia vertelt ons dat Hij dit met Israël deed door het geschreven Woord van de profeten. Als eerste scheidde God van Israël en vervolgens zond Hij haar uit Zijn huis. Dit wordt de verstrooiing genoemd. Gods echtscheiding maakte deze verstrooiing wettig.
DE WETTEN VAN (ECHT)SCHEIDING EN HERTROUWEN
Deut. 24:2 bewijst dat scheiding ook werkelijk scheiding betekent, en niet alleen maar een juridische scheiding is. Echtscheiding beëindigt daadwerkelijk de relatie in de ogen van God en maakt het wettig voor de vrouw om te trouwen met een andere man. De wet zegt,
2 Zo zij dan, uit zijn huis uitgegaan zijnde, zal henengaan en een anderen man ter vrouwe worden
Wanneer men eenmaal wettig is gescheiden is de vrouw vrij om te hertrouwen. De wet lijkt hier in tegenspraak met Mat. 5:32, maar het probleem hier is de vertaling van de woorden van Jezus. Jezus kan en zal de wet nooit teniet doen. Matteüs 5:31 en 32 (SV) zegt ons,
31 Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief. 32 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzake van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel.
De Statenvertaling is normaal gesproken een zeer goede (oude) vertaling van de Bijbel, maar het maakt, net als de NBV, her en der wel een aantal basisfouten die gebaseerd zijn op de veronderstellingen van de vertalers. Hier is echter sprake van een ernstige vertaalfout alsof Jezus de wet teniet zou doen, zeker omdat Hij zojuist in Matteüs 5 vers 18 en 19 gezegd heeft,
18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. 19 Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Hoe kunnen de vertalers ons hier dan vertellen dat Jezus een van deze wetten teniet gedaan zou hebben. Zijn hemel of aarde dan zojuist vergaan? Of proberen de vertalers zich hier te kwalificeren als de kleinste in het Koninkrijk der hemelen? Jezus vernietigde of wijzigde hier zelfs de kleinste wet niet. In tegenstelling, hij legde hier juist de werkelijke betekenis van de wet vast, omdat deze wet hier juist werd aangepast aan de tradities van de mensen.
Het Griekse woord ‘scheiding' is apostasion. Dit woord komt voor in Mat. 5:31 maar niet in vers 32. Hieronder staat hoe deze verzen gelezen worden in het Grieks,
31 Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten (apolue , ‘weg doet; weg stuurt') zal, die geve haar een scheidbrief (apostasion , ‘scheiding').
Apolue beschrijft de daad van het wegsturen. Apostasion is de scheiding zelf. Deze twee woorden zijn niet hetzelfde en hebben ook niet dezelfde betekenis. De wet eist dat er een echtscheiding moet plaatsvinden voordat de vrouw op een wettige wijze weggestuurd kan worden. Met andere woorden, het is onwettig om haar weg te sturen zonder echtscheidingspapieren.
De tien verloren stammen van Israël zijn weggestuurd uit het huis van God nadat ze een echtscheidingsbrief hadden ontvangen. De echtscheidingsbrief is het juridische papierwerk dat het wettig maakt om haar weg te sturen. De fout om dit onderscheid niet te maken is de oorzaak van veel onduidelijkheid en wetteloosheid. Mat. 5:32 gaat verder,
32 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten (apolue) zal, anders dan uit oorzake van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene (apoluo) zal trouwen, die doet overspel.
Let erop dat het woord ‘(echt)scheiding' niet eens voorkomt in dit vers. Jezus had het hier over wegsturen zonder geldige echtscheidingspapieren. Indien een man zijn vrouw wegstuurt op een wijze die strijdig is met de Goddelijke wet – zonder haar echtscheidingspapieren te geven – dan pleegt hij overspel. Waarom? Omdat zij iemand anders moet vinden om mee te trouwen om zo te kunnen overleven, en als ze niemand anders kan vinden zal ze misschien tot hoererij vervallen.
Als ze iemand anders zou trouwen zonder geldige echtscheidingspapieren, dan zou ze ook overspel plegen. Let erop dat als ze wel op een juiste wijze gescheiden zou zijn, en ze zou hoererij bedrijven, dat zij geen overspel zou plegen. Dit zou ontucht zijn, maar geen overspel. Iemand moet getrouwd zijn om overspel te kunnen plegen. En dit is de reden dat degene die de ander trouwt die heengezonden is zonder echtscheidings-papieren ook overspel ple egt.
Laten we nu gaan kijken wat de reden is dat Jezus gezegd heeft ‘anders dan uit oorzake van hoererij'. Het impliceert hier dat het wettig is om iemand weg te sturen indien het gaat om hoererij – dat is een onwettige vereniging die door God niet erkend wordt als een wettig huwelijk. Voorbeelden van hoererij en ontucht zijn niet alleen meerdere gelijktijdige relaties, maar ook incest en homoseksualiteit (1 Kor. 5:1; Judas 7). Hoewel de menselijke wetten dit soort relaties mogelijk als wettige huwelijken bestempelt, doet God dit zeker niet.
Daarom zijn echtscheidingspapieren niet nodig in deze gevallen. Afstand nemen of wegsturen is dan de oplossing. Een man heeft het niet nodig om scheidingspapieren aan een hoer te geven. Een man die een seksuele relatie met zijn moeder heeft, zoals Paulus dit beschrijft, hoeft haar geen echtscheidingspapieren te geven, maar zich slechts van haar af te scheiden, door de relatie direct te beëindigen. Homoseksuele partners hebben ook geen papieren nodig, maar dienen direct zich van elkaar te verwijderen.
Dit alles samenvattend kunnen we de woorden van Jezus als volgt interpreteren:
Statenvertaling,
“Maar ik zeg u dat iedereen die zomaar zijn vrouw wegstuurt zonder papieren (behalve in het geval van hoererij, waar dit WEL de oplossing is) zet haar aan tot overspel. En degene die een dergelijk vrouw trouwt die alleen maar is weggestuurd pleegt ook overspel.”
NBV,
“ En ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw wegstuurt zonder papieren, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis (zoals hoererij, waar dit WEL de oplossing is); en ook wie trouwt met een vrouw zonder echtscheidingspapieren, pleegt overspel.”
Dit vers heeft nu wel een betekenis en het is dus niet zo dat Jezus' woorden in tegenspraak zijn met de wet. Voor een meer complete studie naar dit onderwerp verwijs ik naar mijn boek ‘The Bible Says: Divorce and Remarriage is Not Adultery'.
Het punt dat ik hier wil maken is dat toen God scheidde van het huis van Israël, Hij dit op een rechtmatige wijze deed. Hij gaf haar een document van echtscheiding, zoals Jer. 3:8 ons vermeld. Hosea bevestigt dit in Hos. 2:4, waar God zegt,
4 Klaag jullie moeder aan! Klaag haar aan! Want zij is mijn vrouw niet meer en ik ben haar man niet meer.
Pas nadat God dit document aan Israël had gegeven, zond Hij haar weg uit Zijn huis. Eerst kwam de scheiding toen kwam de wegvoering. Israëls echtscheiding beëindigde haar huwelijksrelatie met Jezus die door de beloften van het Oude Verbond waren bevestigd. Israëls verstrooiing was dus de handeling waarmee God Zijn vrouw wegzond.
Echtscheiding is echte scheiding, niet alleen maar een wetteloze afsplitsing zoals vele Kerken hebben onderwezen. God moest scheiden van Israël om zo het Oude Verbond te kunnen beëindigen en het Nieuwe Verbond in te stellen. Als scheiden onwettig zou zijn, dan zouden Christenen geen recht hebben om het Nieuwe Verbond te claimen , omdat we zouden moeten zoeken naar een huwelijk met God in Oude Verbond. Dat zou ons allemaal als Hagar maken, in plaats van Sarah. We zouden dan voor altijd als slavin moeten leven. We mogen God danken dat Hij in de wet de mogelijkheid van scheiding heeft gegeven, om zodoende op een wettige wijze van Israël te kunnen scheiden en een nieuw huwelijk (hertrouwen) te kunnen aangaan onder het Nieuwe Verbond.
ISRAËL BEKEERT ZICH IN DE WOESTIJN
De profeet Hosea moest met een hoer, genaamd Gomer, trouwen. Zij was al een hoer of is anders in ieder geval later een hoer geworden. Geleerden hebben hier veel over gedebatteerd, maar als ze werkelijk representatief was voor het huis van Israël, dan zal ze pas na het huwelijk tot hoererij zijn vervallen omdat Israël ook pas na het verbond bij de Sinai in hoererij verviel.
Toen Hosea en Gomer kinderen kregen, ontvingen ze profetische namen om aan te geven wat God met het Huis van Israël zou gaan doen. Gomer pleegde overspel met andere mannen net zoals Israël overspel pleegde met andere goden. En daarom werd Hosea's zoon Jizreël of Yizreël genoemd, wat bijna hetzelfde is als YIsraël of Israël. Deze naam betekent echter ‘God verstrooid', omdat God van plan was om het huis van Israël te verstrooien door ze uit Zijn huis te sturen.
Hosea en Gomer kregen toen een dochter, die Lo-Ruchama ‘niet mijn geliefde' genoemd werd. Vervolgens werd er weer een zoon geboren Lo-Ammi ‘niet mijn volk', omdat God ging scheidden van Zijn volk Israël. En vervolgens wordt ons in Hosea 2:1 verteld dat de bevolking van Israël zo talrijk zal worden als de zandkorrels aan de zee, zelfs in haar ballingschap. Er wordt hier op geen enkele wijze gesproken over het feit dat God Israël zou verliezen. Feitelijk zegt hij dat ze in hun verstrooiing de ‘kinderen van de levende God' genoemd zullen worden. We kunnen hieruit opmaken dat Israël bevolkt zou worden met Christenen gedurende de tijd van hun ballingschap.
We zullen zien dat niemand – Israëliet of niet – een geopenbaarde zoon van God kan zijn zonder Jezus Christus.
Hosea 2:9 verwijst ook naar deze bekering tot Jezus Christus, met de woorden,
9 Als ze dan achter haar minnaars aan wil gaan kan ze hen niet bereiken; ze zoekt maar kan hen niet vinden. Dan zal ze zeggen : ‘Ik ga terug naar mijn eigen man , want toen had ik het beter dan nu.'
Israël had vele geliefden en vele mannen. Maar de profeet legt de woorden in de mond van Israël, door haar over zichzelf te laten nadenken. “Ik zal teruggaan naar mijn EIGEN Man”. Door te spreken over God als haar eigen man, is het duidelijk dat Israël gescheiden was en minstens met één andere man getrouwd is geweest gedurende haar ballingschap.
Dit is een van die profetieën die vandaag de dag op de Joden wordt toegepast. Bijbelleraren identificeren Israël foutief met Juda en (h)erkennen daarmee niet dat deze profetie specifiek gericht is op het Huis van Israël – niet aan Juda. Dit is de reden dat zij vele evangelische Christenen de valse hoop gegeven hebben op een komende massale bekering van de Joden tot Jezus Christus. Deze Christenen zullen bedrogen uitkomen.
Israël moest haar eigen man zoeken, Jezus Christus, terwijl ze in ballingschap leefden – niet nadat ze weer teruggekeerd waren in het huis van God. De Zionistische Staat past simpelweg niet in deze profetie. Het is moreel verwerpelijk voor God en Zijn heilige Wet om de Joodse verstrooiing te beëindigen en de Joden terug brengen naar Palestina, zonder dat ze zich bekeren tot Jezus Christus, maar ze wel met Hem laat trouwen.
DE TWEEDE VERLOVING
Vervolgens geeft Hosea Israël hoop tijdens de ballingschap door te zeggen dat God zich weer (voor de tweede keer) zal verloven met hen in voorbereiding op de grote hereniging: hun tweede huwelijk,
16 Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn en da n tot haar hart spreken… 21 Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming. 22 Mijn vrouw zul je zijn, want ik beloof je trouw, en jij zult de HEER toegewijd zijn… 25 want het land zaai ik in met mijn volk. Over Lo-Ruchama zal ik mij ontfermen, Lo-Ammi noem ik weer mijn volk, en dan antwoordt hij: ‘Mijn God.'
Hosea zegt dat God zich weer met haar (Israël) zal verloven, zelfs nadat Hij met haar gescheiden is. Dit is een opmerkelijke profetie omdat het de wet lijkt te overtreden volgens Deut. 24:3 en 4,
3 Maar dan krijgt die tweede man een afkeer van haar, en ook hij schrijft een scheidingsbrief en geeft haar die bij haar vertrek mee; of de man die als tweede met haar is getrouwd, komt te overlijden. 4 In zo'n geval mag de eerste man, die van haar gescheiden is, haar niet opnieuw tot vrouw nemen, nu zij voor hem onrein geworden is. Want de HEER verafschuwt zulke dingen. Wanneer u zoiets doet, werpt u een smet op het land dat de HEER , uw God, u in eigendom zal geven.
Israël was met andere Goden getrouwd. Daarom hebben de rabbijnen erover gedebatteerd of het wel wettig was dat God haar opnieuw ten huwelijk zou vragen. Hoe kon God opnieuw trouwen met Zijn gescheiden vrouw zonder Zijn wet te overtreden? Zij beseften op geen enkele wijze het feit dat God als de Messias naar de aarde zou komen, zou sterven en dat Hij zou opstaan als een nieuwe schepping, een geheel ander Persoon in de ogen van de wet.
Jezus dood en opstanding maakte hem tot een Nieuwe Schepping die Hem in aanmerking deed komen om opnieuw te trouwen met het Huis van Israël. Dit is de wijze waarop de dood vrijmaakt van de wet, die verbood dat een man opnieuw met zijn gescheiden vrouw zou mogen trouwen. Vrij van de wet betekent niet vrij zijn om te zondigen zodat de genade op die wijze groter zou zijn. We zijn nooit vrij om wetteloos te zijn. Maar Jezus dood maakte Hem vrij van de wet zodat Hij opnieuw met Israël zou kunnen trouwen.
Dit huwelijk kon echter niet plaatsvinden zolang Israël getrouwd was met andere goden, omdat God dan een vrouw zou trouwen die al getrouwd is. Toen Jezus stierf en herrees, kwam Hij in aanmerking als vrijgezel. Echter Israël kwam niet in aanmerking als vrije vrouw. Israël diende nog steeds andere goden en was verstrooid onder de volkeren.
Het oude land representeerde het oude huis van God – de plaats waar Hij zijn naam had gevestigd. Israël was weggestuurd uit Zijn huis. God kon Zijn gescheiden vrouw, die met andere goden was getrouwd, natuurlijk niet zomaar terugnemen in Zijn huis. En het was ook niet wettig om omgang met Israël te hebben naast de andere goden.
ISRAËL KWAM NIET TERUG MET JUDA
Juda's terugkomst uit Babel was niet onwettig omdat God nooit van Juda gescheiden was. Het was een tijdelijke scheiding, en daarna kwam Juda weer terug in het oude ‘huis' van God in het oude land. Maar het huis van Israël had een echtscheiding ondergaan en daarom kon ze niet zomaar met Juda terugkomen op dat moment. Diegenen die veronderstellen dat Israël wel teruggekomen is met Juda en met hen teruggekomen is naar het oude land hebben geen goed begrip over de wet van God. Jezus kon Zijn eerste vrouw niet terugnemen samen met Juda – niet voordat Hij was gestorven aan het kruis, want dat maakte Hem tot een nieuwe schepping, beschikbaar in de ogen van de wet om Israël opnieuw te trouwen.
Het feit dat Israël niet teruggekomen is met Juda is bekend onder zo'n beetje alle geschiedkundigen en overigens ook bij de Joden zelf. The Jewish Quarterly Review, 1888 (Vol. 1) bevat een artikel van Dr. A. Neubauer, waar op pagina 15 staat,
“De ballingen van Israël die gedeporteerd waren naar het gebied rond de Eufraat zijn niet als geheel teruggekeerd naar Palestina met hun broederballingen uit Juda; ten minste is er geen enkele aandacht besteed op alle documenten die wij hebben onderzocht.”
De Joodse Encyclopedie (online) zegt onder het kopje ‘Tien verloren stammen',
“Omdat er zoveel profetieën gerelateerd zijn aan de terugkomst van ‘Israël' naar het Heilige Land, zijn er heel veel gelovigen, die de Bijbel letterlijk nemen, opgezadeld met een probleem. In hoeverre bestaand de stammen nog heden ten dage. Voor wat betreft Juda en Levi (of Benjamin) is het duidelijk dat zij onder Ezra en Nehemia zijn teruggekeerd. Indien de Tien Stammen zijn verdwenen is een letterlijke vervulling van deze profetieën onmogelijk; indien ze niet zijn verdwenen, moeten ze momenteel bestaan onder een andere naam.”
Bovenstaande vertelt ons dat de Joden de profetieën over Israël toepassen op de zogeheten ‘verloren stammen' en niet op de Joden zelf.
Om de profetieën over Israël dus toe te passen op de Joden zelf wordt dus niet onderschreven door de Joodse historici. Of ze zijn verdwenen en het eerstgeboorterecht is verloren gegaan – of ze zijn niet verdwenen, maar ‘bestaan onder een andere naam'. Zoals we in ons volgende hoofdstuk zullen zien, bestaan ze inderdaad onder een andere naam. Het verloren eerstgeboorterecht van Jozef is niet werkelijk verloren, maar slechts tijdelijk verborgen met een Goddelijke bedoeling, tot het moment dat Jozef gevonden wordt. Wanneer zij openbaar gemaakt worden aan de wereld, zal de Zionistische staat haar naam Israël moeten opgeven.
Israël is NIET ingelijfd in het Jodendom aan het einde van de Babylonische ballingschap, zoals sommigen hebben gemeend. Israël is NIET teruggekeerd met Juda om zo weer één nieuwe natie te worden. De lezing dat de Joden Israël zijn is dus een onjuiste leer. En de claims dat de Zionisten de profetieën zullen vervullen die betrekking hebben op het bijeenbrengen van de verstrooide Israëlieten is eveneens onjuist.
Erger nog, vele Christenen zijn ertoe aangezet om de Zionistische staat te steunen in haar idealen om de Joden weer terug te brengen naar Gods huis zonder Jezus Christus te erkennen als haar Man. Zal Jezus het accepteren om met een vrouw te leven buiten de band van het huwelijk om? Nee, volgens de Bijbelse wetten is dit valse Israël is een hoer. De huidige Zionistische Staat probeert te leven in het oude huis van God, voordat ze met Hem getrouwd zijn – ofwel zonder Jezus Christus te accepteren. Dit is hoererij.
Moderne profeten maken dus een grote fout, wanneer ze zeggen dat Israël is teruggekeerd naar het land (Gods huis) zonder de band van het huwelijk te zijn aangegaan. Deze leer wordt thans openbaar in de praktijk van onze en de Amerikaanse cultuur, omdat het sinds 1948 is toegestaan (in Amerika) dat man en vrouw bij elkaar wonen zonder te trouwen. De on-Bijbelse wetten van de Westerse naties zijn nu aangepast aan de on-Bijbelse leringen van de kerk met het oog op Zionisme en de Staat Israël.
Nogmaals, dit is een valse staat. Het is NIET de verloving ‘in rechtvaardigheid' waar Hosea over profeteerde. Het is een onrechtmatige valse uitwerking van Bijbelse profetieën die een overtreding is van de heilige van God.
Het Nieuwe Testament spreekt van het ‘bruiloftsmaal van h et Lam' (Op. 19:7–9) nadat de bruid zich heeft klaargemaakt. De bruiloft kan niet plaatsvinden voordat de bruid de witte klederen van gerechtigheid heeft aangedaan. Hoewel Jezus voorbereid is om haar te hertrouwen, is zij dat niet voordat ze ‘klaar' is. Dit is waarom de bruiloft nog niet heeft plaatsgevonden, en Jezus zal haar niet huwen voordat ook de bruid klaar is.
Maar als het natuurlijke Israël niet is teruggekeerd met Juda na de Babylonische ballingschap, waar zijn al deze Israëlieten dan gebleven. Hoe zijn ze verloren gegaan. Kunnen ze gevonden worden?
HET NATUURLIJKE ISRAËL: VERLOREN EN WEER GEVONDEN
De term ‘het natuurlijke Israël' wordt vandaag de dag meestal toegepast op de Joden. We horen regelmatig zeggen dat ‘de Joden het natuurlijke Israël' zijn. Dit is echter in tegenspraak met de Schrift. Israël is niet hetzelfde als Juda. Het waren twee aparte naties. Er zijn natuurlijke Judeers en natuurlijke Israëlieten, maar zij zijn niet hetzelfde volk. Het is dus belangrijk voor ons om dit verschil uit te leggen.
De stammen van Israël zijn verloren gegaan omdat ze hun naam Israël zijn kwijtgeraakt. Toen ze werden vernietigd en weggevoerd, zijn hun bevolkingsregisters vernietigd en werden ze door hun ontvoerders genoemd met andere namen. Maar het volk is niet als geheel omgebracht, nog zijn ze allen opgegaan in de andere volkeren. Een nader onderzoek van de archeologische beschrijvingen vertellen ons heel duidelijk hoe de Israëlieten genoemd werden in hun ballingschap.
De meest belangrijke sleutel is dat alleen Israël zelf zich Israël noemde. De andere volken noemde Israël met andere namen. De meest belangrijke naam voor Israël was ‘het Huis van Omri' omdat Omri een van Israëls grootste koningen geweest is (1 Kon. 16:23–28 )
De Zwarte Obelisk van Salmanezer is één van de bekendste van alle Assyrische monumenten. Iedere geschiedkundige kent dit monument en zelfs geschiedenisboeken die geschreven zijn door evangelische Christenen zijn zich bewust van dit monument. Het beschrijft koning Jehu van Israël die Salmanezer van Assyrië eer betoont.
Op dit monument wordt Israël ‘het Huis van Omri genoemd , of letterlijk Beth-Khumri. Soms wordt het gespeld als Beth-Ghomri, Bit-Khumri of Beth-Humria. Merril Ungers boek, Archeologie en het Oude Testament , zegt op pagina 243,
“…Het eerste contact tussen Israël en de Assyriërs is geweest gedurende de dagen van Omri, omdat vanaf dat moment Israël in het spijkerschrift verschijnt als Bit-Humri (“House of Omri”). Deze officiële benaming werd toegepast op de hoofstad Samaria. Meer nog, de benaming van een Israëlitische koning was Mar Humri (‘zoon', d.w.z. ‘Koninklijke regeerder van Omri'). De verwijzing van Tiglat Pileser III naar het land van Israël een eeuw later onder de noemer Bit Humria bewijst het belang van Omri als heerser in de geschiedenis van Israël.”
Omri of Humri werd oorspronkelijk uitgesproken als Ghomri, of Gomer. Dit is dezelfde naam als de vrouw van Hosea, Gomer, die profetisch gezien het huis van Israël vertegenwoordigde. Dit wordt aangetoond in het boek Het Oude Testament in het licht van de Historische beschrijvingen en Legenden van Assyrië en Babylonie , door Theophilus G. Pinches (1902),
“Het is de belangrijk te weten dat de Assyrische vorm van de naam Yaua (‘Jehu') laat zien dat de onuitgesproken aleph zijn einde vond in die tijd, zodat de Hebreeën hem Yahua genoemd moeten hebben (‘Hehua'). Omri werd op dezelfde wijze uitgesproken volgens het oude systeem, voordat ghain ayin werd. Humri laat zien dat ze op dat moment dit uitspraken als Ghomri. ”
Israël was verloren omdat ze hun naam verloren. Ze verloren hun naam omdat andere volkeren hen niet bij de naam Israël aanspraken. Om Israël te vinden is het nodig de Bet-khumri of Ghomri te traceren. En wanneer we dat doen, wordt het al snel duidelijk dat de Beth-Khumri migreerde naar Europa om daar Kelten genoemd te worden.
Het feit dat Israël bekend was als Gomer is een van de sleutels om te zien hoe Israël verloren is gegaan, omdat er in de Bijbel sprake zijn van twee Gomers. De eerste was een zoon van Jafeth die wordt genoemd in Genesis 10:2; de tweede was de vrouw van Hosea die Israël voorstelde. Bullinger reflecteerde de verwarring hierover door als bijschrift bij Gen 10:2 te vermelden,
“Gomer : In het Assyrisch, Gimirra (de Kimmerians van Herodotus). Voorvader van de Kelten.”
Dr. Bullinger zou gelijk hebben als hij deze uitleg zou plaatsen bij Hosea in plaats van in Genesis. Maar hij was net als zoveel anderen verward over de twee Gomers, en daarom identificeerde hij de Gimirra met Gomer, de zoon van Jafeth, in plaats van met de Israëlitische koning Omri (Ghomri), naar wie Israël is genoemd.
Deze simpele zaak van verkeerd geïnterpreteerde identiteit is de manier waarop God de geschiedkundigen de stammen van Israël uit het oog liet verliezen. Gods plan was ongelofelijk briljant! Wie anders zou eraan gedacht hebben om Israël op deze wijze haar eerstgeboorterechtnaam af te nemen na de grote echtscheiding? De stammen van Jozef moesten verloren gaan, net zoals hun voorvader verloren geraakt was. Jozefs identiteit is niet onthuld, zelfs niet toen hij aan de macht kwam, omdat Farao Jozefs naam had gewijzigd in Safenat-Paneach (Gen 41:45). Evenzo bleef Israëls identiteit onbekend, omdat haar naam was gewijzigd in Beth-Khumree.
De Assyrische geschiedenis noemt het volk Ghomri , de mensen Gimirra en hun woongebied Gamir. Bijna alle historici, Christelijke en niet-christelijke, erkennen dat de Gimirra migreerden naar Europa en bekend werden onder de naam Kelten. Dr. Bullinger erkent dat ook. Dit is waarom zoveel profetische boeken Duitsland aanwijzen als het Gomer uit de Bijbel. Duitsland (en grote delen van Noordwest Europa) worden bewoond door Kelten, maar zij zijn geen afstammelingen van Gomer de zoon van Jafeth , maar van Gomer-Israël.
Dit wordt ook bewezen door de Moabitische Steen. In de Nieuwe Standaard Joodse Encyclopedie (editie uit 1970) staat bij ‘Omri' op pag. 1471,
‘Volgens de Moabitische Steen, onderwierp hij (Omri) Moab. Vanaf toen noemde de Assyriërs het koninkrijk van Israël bij zijn (Omri) naam.
Het grote geheim dat niemand op papier wil zetten is het feit dat de Assyriërs Israël Omri (Ghomri) bleven noemen, zelf nadat de natie werd vernietigd en Israëlieten werden gedeporteerd naar Assyrië. Deze naam is niet verdwenen uit de geschiedenis, net zo min als de Israëlieten. Ze kregen simpelweg een nieuwe naam.
In feite was de laatste koning van Israël Hosea. Dus beeld Hosea's huwelijk met Gomer Hosea's huwelijksband met Israël uit – zoals de koning getrouwd was met zijn koninkrijk. Het is opmerkelijk dat de naam van de profeet Hosea de naam van de laatste koning van Israël zou afspiegelen, en dat zijn hoerbruid, Gomer, de naam afspiegelde die Israël kreeg van de andere volken in de geschiedenis.
Hosea is de belangrijkste profeet van het verloren huis van Israël, en zijn huw elijk met Gomer geeft ons de sleutel tot het vinden van het verloren huis van het natuurlijke Israël. Europa werd voornamelijk bevolkt door de Gimirra–Israëlieten die migreerden uit Assyrië over het Kaukasus gebergte en door het Krim-schiereiland heen, Europa in.
Een andere groep Israëlieten werden de Sakka genoemd, ofwel Beth–Sak (‘huis van Isaak'). De Rots van Behustan is het graf van Darius de Perzische heerser en het bevat een inscriptie van 23 etnische groepen waarover Darius heeft geregeerd. Al deze groepen worden in drie talen genoemd. In de Babylonische taal staat hier ‘Matu Gimiri', ofwel ‘land van de Gimiri'. Hetzelfde volk wordt in het Perzisch Saka genoemd en in de Suzische taal Sakka. Zij woonden in wat we nu Armenië noemen, maar in die tijd heette dat gebied Sacasene. Het was net ten zuiden van het Kaukasus gebergte waar de Assyriërs de gedeporteerde Israëlieten hadden geplaatst. Dit bewijst dat de Saka en de Sakka hetzelfde volk is als de Gimiri (of Gimirra).
De Sakka werden onder de Romeinse geschiedkundigen bekend als de Saksen en aan anderen als Sacae en Skuts (Schotten) of Scythen. Ze zijn allen hetzelfde volk en groeiden uit tot een enorme menigte zoals Hosea had geprofeteerd. Toen deze ex-Israëlieten migreerden van Assyrië door het Kaukasus gebergte, werden ze onder de geschiedkundigen ook wel bekend als de ‘Kaukazen' (het Kaukasische ras). Toen ze zich settelden in de ruige bosgebieden van Europa, werden ze de eerste grote bevolkingsgroep in Europa, naast diegenen die aan de Mediterrane kust zich gevestigd hadden.
Met andere woorden, de verloren schapen van het huis van Israël werden de Europese naties in onze huidige wereld. Etnisch gezien worden ze het Kaukasische ras genoemd, omdat zo velen van hen de Kaukasus gebergte zijn overgestoken toen ze vanuit Sacasene naar Europa verplaatsten. Vanuit Europa zijn ze verspreid over Amerika, Canada, Australië, Zuid-Afrika en andere delen in de wereld.
Dit is het verhaal van het natuurlijke Israël. Alles wat hierboven is opgeschreven is eenvoudigweg niet anders dan wat de geschiedenis ons leert en bewezen is door archeologische opgravingen in de afgelopen twee eeuwen. Er zijn vele boeken geschreven die zich specialiseren in de historie van de tochten die Israël maakte vanuit Assyrië naar Europa en elders. Zulke boeken staan vol met vreemde namen die moeilijk zijn voor de meeste mensen om te onthouden. Maar uiteindelijk kan die hele geschiedenis worden teruggebracht tot een aantal simpele feiten die we hierboven hebben beschreven. Deze feiten zijn bekend bij historici en staan niet ter discussie.
Het moge duidelijk zijn dat het natuurlijke Israël niet gevonden kan worden bij diegenen die men ‘Joden' noemt, die alles in het werk hebben gesteld om zich te onderscheiden van de 'Kaukazen'. Hun verlangen om van hen gescheiden te blijven is met name ingegeven door het feit dat vele ‘Kaukazen', op een of andere wijze, Christen werden. Deze scheiding is dus met name gebaseerd op religie.
Als iemand zichzelf Israël zou mogen noemen, dan zouden dat de Kaukasische naties zijn. Ze hebben dit echter niet gedaan, omdat God die naam van hen heeft afgenomen toen Hij van hen scheidde. En geen Israëliet of ex-Israëliet heeft het recht om deze naam te dragen totdat men voldoet aan de voorwaarden die God gesteld heeft aan een nieuw huwelijk met hen. Ze kunnen alleen Israël worden door Jezus te accepteren als Koning van Juda en Koning van Jozef–Israël.
Ze moeten inwoners van Juda worden door geloof in Jezus en het werk dat Hij deed bij zijn eerste komst. Dan zijn ze klaar om het Zoonschap te ontvangen, het tweede werk van Christus dat wordt vervuld door de roeping van Jozef–Israël. Niet iedere Christen heeft die visie of dat verlangen echter. Sommigen zijn blij dat ze ware Joden zijn. Maar diegenen die het Zoonschap willen ontvangen zijn zij die uiteindelijk het recht zullen ontvangen om de naam Israël weer te dragen.
DE VERSTROOIING IN DE PERIODE VAN HET NIEUWE TESTAMENT
Jezus Christus – de God en Koning van Israël – scheidde van het Huis van Israël en zond haar weg uit Zijn huis van 745–721 v.Chr. Maar Hij beloofde door Hosea en andere profeten dat Israël zich opnieuw met Hem zou verloven (Hos. 2:19 en 20) met uitzicht op een hereniging door middel van een huwelijk. Zoals we hebben gezien kon dit alleen plaatsvinden als de voormalige Echtgenoot zou sterven en op zou staan uit de dood. Jezus Christus deed dit.
Hij zond vervolgens Zijn discipelen de wereld in om het Evangelie aan alle creaturen te verkondigen. Dit omvatte natuurlijk ook het verstrooide Huis van Israël, die op dat moment waren gevestigd in Noord en Oost Klein–Azië (Turkije). Velen van hen leefden toen nog in ‘Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië', zoals we lezen in 1 Petrus 1:1. Petrus schreef zijn brief aan deze Israëlieten,
1 Van Petrus, apostel van Jezus Christus. Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië verblijven, 2 door God, de Vader, voorbestemd om, geheiligd door de Geest, gehoorzaam te zijn aan Jezus Christus en met zijn bloed besprenkeld te worden. Genade zij u en vrede, in overvloed.
Dit was niet de verstrooiing van Juda, want dit was geschreven voordat Juda werd verstrooid. Petrus schreef niet aan de ‘Joden' die in deze gebieden leefden, maar aan Israëlieten uit een eerdere verstrooiing. Later in 1 Petrus 2:9 en 10 zegt hij tegen deze Israëlieten:
9 Maar u bent een uitverkoren geslacht , een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. 10 Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken.
Petrus citeert hier Hosea en herinnert hen aan hun verleden. Hosea's zoon Lo–Ammi, betekent ‘niet mijn volk' en de naam van zijn dochter Lo–Ruchama betekent ‘geen genade' of ‘niet mijn geliefde'. Petrus identificeert hen dus duidelijk als ex-Israëlieten uit de verstrooiing. Hoe wist Petrus waar deze Israëlieten waren gevestigd. De Joodse historicus, Josefus, die leefde in dezelfde tijd als Petrus, schreef in zijn Antiquities of the Jews , XI, v, 2
“Er zijn maar twee stammen in Azië en Europa onderworpen aan de Romeinen terwijl de Tien stammen beneden de Eufraat zijn tot op de dag van vandaag; zij zijn een enorme menigte, en niet te schatten in aantal”
Petrus zond zijn brief aan de Christenen in deze regio's. Dat wil zeggen, zij, die bekeerd waren tot Christus vanuit de verloren stammen van Israël. En op die basis kon Petrus hen uitverkoren noemen. Hij vertelde hen dat ze opnieuw Gods volk zijn geworden. Hij kon hen vertellen dat ze genade hadden verkregen door de dood van Christus aan het kruis. Petrus doel was natuurlijk om al dez e ex-Israëlieten tot de kennis van Christus Jezus te brengen, omdat ze alleen op die manier opnieuw met Hem in het huwelijk konden treden en zo opnieuw ‘uitverkoren' waren.
Op dezelfde wijze schrijft Jakobus zijn brief “aan de twaalf stammen in de diaspora” (Jak. 1:1). Hij benoemde niet alleen de Judeers, maar alle stammen. Zijn brief was ook gericht aan de Judeers die inmiddels ook verstrooid waren, niet door de Romeinse aanval in 70 n.Chr., maar doordat zij naar andere landen getrokken waren.
Deze brieven laten ons zien hoe deze ex-Israëlieten in de diaspora opnieuw Gods uitverkoren volk, Israël, konden worden. Met hen worden vele anderen verzameld, zoals de profeten op hebben getekend.